Kenmerken van AKW-uitkeringen (01-01-2015 - 01-01-2018)

Deze SSB-component bevat gegevens over uitkeringen op grond van de Algemene kinderbijslagwet (AKW). Het betreft AKW-uitkeringen die primo de verslagperiode lopend zijn. Voor deze uitkeringen blijft het recht gedurende het kwartaal bestaan, mits het kind zelf geen eigen inkomen genereert. De AKW is een volksverzekering en regelt de financiële tegemoetkoming voor verzekerden die kinderen verzorgen en opvoeden. De verzekerde heeft recht op kinderbijslag voor eigen kinderen, stief- en pleegkinderen tot 18 jaar die hij verzorgt en onderhoudt. De AKW verstaat onder een 'pleegkind' een kind dat als eigen kind wordt onderhouden én opgevoed. Afhankelijk van het inkomen van het kind en/of de mate van onderhoud, krijgt de verzekerde enkelvoudige (eenmaal) of tweevoudige (tweemaal) kinderbijslag. De verzekerde hoeft niet per definitie gelijk te zijn aan de juridische ouder volgens de KINDOUDERJJJJTABVV van team demografie. In de praktijk geldt dat voor niet meer dan enkele procenten van de kinderen die in de GBA zijn ingeschreven en vindbaar zijn in de KINDOUDERJJJJTABVV, één of beide verzorgers verschillen van de juridische ouders volgens de KINDOUDERJJJJTABVV.

Meer informatie over het verkrijgen van toegang tot de data:

> https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/maatwerk-en-microdata/microdata-zelf-onderzoek-doen

Methodiek

Zowel degene die een kind onderhoudt als degene die het kind verzorgt, heeft recht op kinderbijslag. Als ouders bij elkaar wonen, bepalen zij zelf aan wie de kinderbijslag wordt betaald. Wanneer de ouders het niet eens kunnen worden, dan gaat de eerste aanvrager voor. Bij een gelijktijdige aanvraag is de alfabetische volgorde van de eigen achternamen bepalend. Is de eerste letter van die achternamen gelijk, dan gaat de jongste aanvrager voor. In andere situaties geldt dat wanneer er twee rechthebbenden zijn, het recht van degene die het kind verzorgt voorgaat. Dit is bijvoorbeeld relevant bij scheiding. Als er geen verzorgende is aan te wijzen (bijvoorbeeld een kind op kamers), wordt de kinderbijslag uitbetaald aan degene die het meest bijdraagt aan het onderhoud van het kind. Het kan in deze component dus voorkomen dat de Persoon-id van verzorgende1 gelijk is aan de Persoon-id van verzorgende 2. Dat betekent dat alleen die persoon rechthebbende is.

Een verzekerde die met zijn kinderen in het buitenland een huishouden vormt kan kinderbijslag ontvangen. Ook wanneer de verzekerde in Nederland woont, maar het kind in het buitenland woont, kan een verzekerde recht hebben op kinderbijslag. Dit kan alleen wanneer aan bepaalde eisen wordt voldaan en wanneer een kind in een EU/EER-land, Zwitserland of andere verdragslanden woont.

Populatie

De populatie van de component bestaat uit alle kinderen waarvoor een AKW-uitkering is aangevraagd, waarvan het recht van de uitkering gedurende het hele kwartaal loopt. Voor het recht op kinderbijslag over een kwartaal is de situatie op de eerste dag van het kwartaal beslissend, dit is de zogenaamde peildatum. Als er in de loop van het kwartaal wijzigingen optreden in de situatie van de verzekerde of het kind (bijvoorbeeld als het kind 18 wordt), dan blijft het recht op kinderbijstand over dat kwartaal ongewijzigd.

De entiteit is (unieke) kinderen. Bij ieder kind zijn de RINPERSOONS/RINPERSOON combinaties van beide verzorgers opgenomen. De SVB-registratie is gebaseerd op het werkelijk aantal kinderen voor wie kinderbijslag is verstrekt aan de verzekerde. Uit deze registratie kan het aantal AKW-uitkeringen worden afgeleid door van elk kind de verzorger(s) te bepalen. Door te aggregeren op de RINPERSOONS/RINPERSOON combinaties van beide verzorgers kan het aantal AKW-uitkeringen worden afgeleid. Dit is inclusief de gevallen waarbij de RINPERSOONS/RINPERSOON combinaties van beide verzorgers onbekend zijn.

De kinderbijslag begint in het kwartaal na de geboorte. Is het kind geboren op 12 april, dan is er recht op kinderbijslag vanaf het derde kwartaal. De SVB betaalt de kinderbijslag als het kwartaal is afgelopen, in dit geval dus begin oktober. Als een kind is geboren op de eerste dag van een kwartaal, dan krijgt de verzekerde al in dat kwartaal kinderbijslag.