Wmo-cliënten; financieringsvorm, wijken, 2019

In deze tabel wordt het aantal cliënten met een maatwerkvoorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) getoond. De cijfers zijn per gemeente en wijk beschikbaar en kunnen worden uitgesplitst naar financieringsvorm. Deze tabel is samengesteld op basis van gegevens die gemeenten aan CBS hebben geleverd in het kader van de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein.

In deze tabel is overgegaan op een verbeterde verwerkingsmethode. Als gevolg hiervan kan het aantal cliënten met een Wmo-maatwerkvoorziening verschillen per gemeente en wijk. De cijfers zijn door de wijzigingen minder goed te vergelijken met de voorgaande jaren. Voor meer informatie over de wijzigingen en de gevolgen, zie de korte onderzoekbeschrijving, paragraaf 4.

Deze tabel is de opvolger van de tabel 'Wmo-cliënten; financieringsvorm, regio, wijken 2019' (zie paragraaf 3, link 'Archief'). Er is een verbeterde methode toegepast waardoor de cijfers in deze tabel minder goed te vergelijken zijn met de voorgaande tabellen. Door de verbeterde methode is het aantal cliënten gewijzigd ten opzichte van de voorgaande tabel. Gemiddeld is het aantal cliënten op gemeenteniveau per jaar afgenomen met 0,37 procent. Verder is het aantal cliënten op gemeenteniveau afgenomen met 0,40 procent in het eerste halfjaar van 2019 en 0,26 procent in het tweede halfjaar van 2019.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2017 Cijfers naar gemeente en wijk zullen ieder verslagjaar in een nieuwe tabel verschijnen. Deze cijfers zijn te vinden via de link 'Tabellen Wmo' in paragraaf 3. Cijfers op basis van de oude methode en zijn te raadplegen via de link 'Archief' in paragraaf 3.

Status van de cijfers: De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 9 december 2025:

• Geen, dit is een nieuwe tabel.
• De tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers? Geen, deze tabel is stopgezet. Cijfers naar gemeente en wijk zullen ieder verslagjaar in een nieuwe tabel verschijnen. Deze cijfers zijn te vinden via de link 'Tabellen Wmo' in paragraaf 3.