Rechten van derden

Op data die je als Open Data beschikbaar wil stellen kunnen mogelijk rechten van derden rusten. Als je deze openstelt maak je inbreuk op hun rechten en dat mogelijk tot aansprakelijkheid leiden. Reden waarom je dit goed moet controleren.

Deze handreiking bevat een andere toelichting en een stroomschema (met toelichting) aan de hand waarvan je kan nagaan wat je op het gebied van rechten van derden moet controleren en doen. Achtereenvolgens komen aan de orde:

  1. Om welke rechten gaat het?
  2. Wat houden de rechten in?
  3. Hoe moet je te werk gaan?
  4. Wat te doen als er toch wat mis is gegaan?

1. Om welke rechten gaat het?

Het auteursrecht beschermt 'werken' van 'makers' en vereist enige mate van oorspronkelijkheid, dat wil zeggen dat het werk een eigen karakter moet hebben waaruit het persoonlijk karakter van de maker blijkt. Het ontstaat van rechtswege bij de creatie en eindigt 70 jaar na de dood van de maker (of, bij rechtspersonen, 70 jaar na eerste publicatie). Ook het databankenrecht ontstaat van rechtswege en richt zich op de inhoud van een verzameling gegevens waarin substantieel geïnvesteerd is. Op grond van dit recht is het niet toegestaan, zonder toestemming van de producent van de databank, de databank of een (in kwalitatief of kwantitatief opzicht) substantieel gedeelte daarvan op te vragen en/of te hergebruiken. Dit recht beoogt de gedane investeringen in de databank te beschermen voor een periode van 15 jaren, te rekenen vanaf het moment van productie dan wel de terbeschikkingstelling aan het publiek. Belangrijke wijzigingen van de inhoud van de databank (in kwalitatieve of kwantitatieve zin) doen een nieuwe beschermingstermijn aanvangen, zodra er sprake is van een nieuwe substantiële investering.

2. Wat houden de rechten in?

Kort en goed geven deze regelingen de maker van een auteursrechtelijk werk, respectievelijk de producent van een databank dus exclusieve rechten: zij kunnen met uitsluiting van anderen over het werk, c.q. de databank beschikken en deze exploiteren. Zij kunnen tegen iedere inbreuk, door wie dan ook, opkomen op grond van hun absolute rechten. Nu kennen we in Nederland echter enkele bijzondere regels waar het intellectuele eigendomsrechten op overheidsinformatie aangaat (het gaat hier uiteraard steeds om informatie van bestuurlijke aard en bij de overheid berustend).

  • In de eerste plaats is daar de informatie waarop geen rechten (meer) rusten. Dit kan zijn omdat niet voldaan is aan de wettelijke vereisten: bijvoorbeeld een database waarin niet substantieel geïnvesteerd is of een werk waarvan de auteur meer dan 70 jaar geleden is overleden. Daarnaast is er informatie waarop de rechten op grond van de wet niet uitgeoefend mogen worden. Daarbij gaat het dan om zogenaamde basisinformatie van de democratische rechtsstaat, zoals (verzamelingen van) wetten, besluiten en verordeningen alsmede rechterlijke uitspraken en administratieve beslissingen uitgevaardigd door de openbare macht (artikel 11 Aw en 8 lid 1 Dw).
  • Dan is er de categorie informatie waarvan de overheid (en geen derde partij) de rechten heeft. Daarvoor geldt de hoofdregel dat als de overheid deze informatie eenmaal openbaar heeft gemaakt, het verdere openbaar maken of verveelvoudigen geen schending van de rechten (van de overheid) oplevert. Dit is slechts anders indien de overheid zich de rechten uitdrukkelijk heeft voorbehouden (op grond van artikel 15b Aw en 8 lid 2 Dw).
  • Ten slotte is er de categorie informatie waar rechten van derden (niet zijnde een overheidsorgaan) op rusten. Daarvoor geldt dat de hergebruikregeling geen afbreuk doet aan deze rechten van derden (op grond van artikel 15b Aw en 2 lid 1 Dw). Hergebruik is alleen toegestaan als de rechthebbenden daar toestemming voor verleend hebben

Kortom, het vraagstuk van rechten van derden spelen goed beschouwd alleen bij bestuurlijke informatie die bij de overheid berust en waarop derden rechten kunnen laten gelden. Daarmee valt een groot gedeelte van de data buiten het risicogebied Niettemin, er resteert dus een categorie overheidsinformatie, ook al berust de informatie bij de overheid, die deze overheid niet mag (laten) verveelvoudigen, waaronder begrepen het vrijgeven voor hergebruik, omdat dit rechten zijn die voorbehouden zijn aan de rechthebbenden. Deze informatie mag dus niet in hergebruik gegeven worden.

3. Hoe moet je te werk gaan?

Overheden die data ter beschikking willen stellen voor hergebruik volgens de Open Data filosofie doen er dus goed aan bij de aanmaak c.q. verwerving van de data zeker te stellen dat zij ook - liefst enig - rechthebbende zijn. Mochten er derden aan te pas komen, dan kan dit door (standaard) inkoopvoorwaarden te hanteren die bepalen dat alle mogelijke rechten die ontstaan in het kader van de inkoop eigendom worden van de inkopende overheid. De huidige standaard voorwaarden van inkoop voor de centrale overheid bevatten een dergelijk beding. Als volgend slot op de deur doet men er uiteraard goed aan op het moment van vrijgeven voor hergebruik nog een controle uit te voeren op dit aspect.

4. Wat te doen als er toch wat mis is gegaan?

In het geval het mis gaat en de overheid data heeft vrijgegeven voor hergebruik waardoor inbreuk gemaakt wordt op intellectuele eigendomsrechten van derden, zal de materiële (toegewezen) schadevergoedingsplicht over het algemeen laag zijn. Zeker als de overheid, na constatering van de inbreuk, direct maatregelen heeft genomen om de kwalijke gevolgen van de inbreuk zo veel mogelijk te beperken, zal een rechter over het algemeen geen grote sommen toewijzen. Dit is natuurlijk anders als de overheid geen gevolg geeft aan de oproep tot staken van het beschikbaar stellen voor hergebruik, bijvoorbeeld omdat ze (naar later blijkt ten onrechte) meent dat geen rechten van derden in het geding zijn.

Hoe dan ook, voorkomen is beter dan genezen, laat staan blussen. Overheden die data ter beschikking willen stellen voor hergebruik volgens de Open Data filosofie doen er goed aan bij de aanmaak c.q. verwerving van de data zeker te stellen dat zij ook - liefst enig - rechthebbende zijn. Mochten er derden aan te pas komen, dan kan dit door (standaard) inkoopvoorwaarden te hanteren die bepalen dat alle mogelijke rechten die ontstaan in het kader van de inkoop eigendom worden van de inkopende overheid. De huidige standaard voorwaarden van inkoop voor de centrale overheid bevatten een dergelijk beding net als de modelvoorwaarden van de VNG. Het zou ook handig zijn als dit feit - het zijn van rechthebbende op de informatie, in al zijn facetten, - in de vorm van een metadata veld kenbaar zou zijn in alle data sets van de overheid.

Als volgend slot op de deur zou uiteraard op het moment van vrijgeven voor hergebruik nog een controle uitgevoerd kunnen worden op dit aspect. Dit zal de kans dat er toch iets tussendoor glipt waar derden rechten op kunnen laten gelden nog verder verkleinen. 

Ook is het raadzaam een standaard protocol te maken voor het geval het overheidsorgaan een melding van inbreuk krijgt, waarbij dan direct gecontroleerd wordt of de melding juist lijkt, waarnaar vervolgens gehandeld kan worden, bijvoorbeeld door de data direct offline te halen en een algemene mededeling te doen uitgaan. Hierin zou het publiek erop gewezen kunnen worden dat verveelvoudiging van de data onrechtmatig is/zou kunnen zijn, via de eigen website en het Open Data portaal, met het verzoek dit zo veel mogelijk, via sociale netwerken, te verspreiden.