Dataset

Budgettaire Tabellen Rijksoverheid

Permanente linkGekopiëerd
Status http://data.overheid.nl/status/beschikbaar
Data eigenaar http://standaarden.overheid.nl/owms/terms/Ministerie_van_Financien (Rijk)
Bijgewerkt 18-09-2023
Licentie http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0/deed.nl
Thema
  • http://standaarden.overheid.nl/owms/terms/Begroting
Toegang Publiek
Metadata Download (XML/RDF)

Beschrijving

Referentieset

Referentie datasets zijn essentieel voor het bevorderen van gebruik van overheidsdata. Deze data is waardevol bij het gebruik van andere overheidsdata.

Sluiten
Landelijk dekkend

Dit is een dataset die landelijk dekkend is. De data heeft betrekking op heel Nederland.

Sluiten
  • De begroting is opgedeeld in 22 hoofdstukken. Elk hoofdstuk is weer opgedeeld in beleidsartikelen, dit is het niveau waarop de beleidsdoelstellingen geformuleerd worden, de Kamer haar budgetrecht uitoefent en de Rekenkamer toetst op doelmatigheid en effectiviteit. In de officiële begrotingsstukken worden per begrotingsartikel de budgettaire gevolgen van het beleid tot detail- en regeling-niveau in beeld gebracht. Dit dataset bevat deze tabellen in machine leesbare vorm.
  • De rijksoverheid heeft een kas-verplichtingen stelsel. Dit betekent dat de tabellen zijn ingedeeld naar verplichtingen, uitgaven en ontvangsten. Let op, deze kunnen niet zondermeer bij elkaar opgeteld worden. De tabel kent 5 hiërarchische niveaus: hoofdstuk, artikel, artikelonderdeel, financiële instrumenten en details. Hoofdstukken zijn in de regel ingedeeld naar departementen en/of ministerposten. De indeling naar begrotingsartikelen volgt de algemene beleidsdoelen. Deze twee niveau’s liggen veelal voor een gehele kabinetsperiode vast, aanpassingen hieraan zijn aan wetten en regels gebonden. Een artikelonderdeel kan worden gebruikt om een onderverdeling aan te geven, bijvoorbeeld naar verschillende thema’s of programma’s. De financiële instrumenten specificeren hoe het geld wordt uitgegeven, bijvoorbeeld door subsidies, leningen of opdrachten. Op het detailniveau staat hiervan een verdere uitsplitsing, bijvoorbeeld de specifieke subsidieregelingen, het ontvangend agentschap, of nadere details. In de open data staan de bedragen aangegeven op het laagst beschikbare niveau, veelal regeling niveau.
  • De hierboven beschreven indeling geldt in de regel voor beleidsartikelen. Echter er zijn hierop vele uitzonderen. Allereerst zijn er verschillende soorten begrotingshoofdstukken: de departementale begrotingen, niet-departementale/programma-begrotingen, en begrotingsfondsen. Ten tweede moet er onderscheid gemaakt worden naar beleidsartikelen – verbonden aan een beleidsdoel - en niet-beleidsartikelen – zoals apparaat, geheim of onverdeeld. Voor beleidsartikelen geldt dat er op het instrument niveau verplicht een instrument uit deze (limitatieve) lijst moet worden gekozen. Voor niet-beleidsartikelen en de begrotingsfondsen geldt dit niet. Er bestaat ook nog een mix-vorm, waar zowel apparaat als programma-gelden op één artikel worden verantwoord. Dit geldt voor grote dienst-onderdelen op een beleidsartikel, zoals de Belastingdienst of de Douane (respectievelijk artikel 1 en 9 van de begroting van Financiën). Voor het artikelonderdeel en detail is er meer vrijheid; niet alle departementen gebruiken artikelonderdelen, details worden soms niet ingevuld als de verdere invulling van het instrument nog niet is gespecificeerd.

Bestemmingspagina: https://www.rijksfinancien.nl/

Eigenaar

Gegevens van de aanbieder

Contactpunt

Publicatie

Hergebruik

Licentie en voorwaarden

Locatie en tijd

Tijdsdekking

Relaties

Vergelijkbare datasets

Metadata

Taalinstellingen

Taal dataset

Taal van de metadata

Identificatie

Primaire identificatie van deze dataset


Downloads

Ontwerpbegroting 2023

http://publications.europa.eu/resource/authority/file-type/CSV http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0/deed.nl

Beschrijving waarden:

  • Begrotingsjaar: het jaar waarin de begroting wordt uitgevoerd.
  • Begrotingsfase: De weergegeven behoren tot een bepaalde “stand” van de begroting. Opgedeeld in vijf fasen: OWB: ontwerpbegroting; SUP1: de eerste suppletoire begroting; SUP2: de tweede suppletoire begroting; JV: jaarverslag
  • Begrotingsnummer: Hier staan de hoofdstuknummers. De begroting heeft 22 hoofdstukken: 12 departementale begrotingen, 5 niet-departementale begrotingen, 5 begrotingsfondsen. De 17 departementale begrotingen zijn genummerd met romeinse cijfers. De begrotingsfondsen hebben een letter.
  • Verantwoordelijk minister: de naam van de minister verantwoordelijk voor de begroting.
  • Aritkelnummer: het nummer van het artikel en/of het detail-nummer
  • Artikelnaam: naam van het begrotingsartikel
  • Artikelonderdeel: naam van het artikelonderdeel
  • Instrument: het financieel instrument (zie: https://rbv.rijksfinancien.nl/begrippenlijst/financiele-instrumenten)
  • Detail: geeft het detail, programma of de regeling weer.
  • % Juridisch verplicht is: hoeveel van de uitgaven van het artikelonderdeel al juridisch verplicht is (en daarmee niet geamendeerd kan worden).
  • Indicatie grote uitv. Dnst op art.: De indicatieregel of er een bepaalde grote dienst is geboekt op een bepaalt artikel, zoals bijvoorbeeld de belastingdienst, douane etc.
  • V/U/O: geeft het type bedrag weer. V = verplichting, U = uitgave, O = ontvangst
  • Bedrag t-2: realisatiestand twee jaar voor het begrotingsjaar
  • Bedrag t-1: geraamde realisatiestand één jaar voor het begrotingsjaar
  • Bedrag t: het geraamde bedrag van het begrotingsjaar (zie kolom jaar)
  • Bedrag t+1: geraamde stand voor het begrotingsjaar + 1
  • Bedrag t+2: geraamde stand voor het begrotingsjaar + 2 etc.

Ontwerpbegroting 2022

http://publications.europa.eu/resource/authority/file-type/CSV http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0/deed.nl

Beschrijving waarden:

  • Begrotingsjaar: het jaar waarin de begroting wordt uitgevoerd.
  • Begrotingsfase: De weergegeven behoren tot een bepaalde “stand” van de begroting. Opgedeeld in vijf fasen: OWB: ontwerpbegroting; SUP1: de eerste suppletoire begroting; SUP2: de tweede suppletoire begroting; JV: jaarverslag
  • Begrotingsnummer: Hier staan de hoofdstuknummers. De begroting heeft 22 hoofdstukken: 12 departementale begrotingen, 5 niet-departementale begrotingen, 5 begrotingsfondsen. De 17 departementale begrotingen zijn genummerd met romeinse cijfers. De begrotingsfondsen hebben een letter.
  • Verantwoordelijk minister: de naam van de minister verantwoordelijk voor de begroting.
  • Aritkelnummer: het nummer van het artikel en/of het detail-nummer
  • Artikelnaam: naam van het begrotingsartikel
  • Artikelonderdeel: naam van het artikelonderdeel
  • Instrument: het financieel instrument (zie: https://rbv.rijksfinancien.nl/begrippenlijst/financiele-instrumenten)
  • Detail: geeft het detail, programma of de regeling weer.
  • % Juridisch verplicht is: hoeveel van de uitgaven van het artikelonderdeel al juridisch verplicht is (en daarmee niet geamendeerd kan worden).
  • Indicatie grote uitv. Dnst op art.: De indicatieregel of er een bepaalde grote dienst is geboekt op een bepaalt artikel, zoals bijvoorbeeld de belastingdienst, douane etc.
  • V/U/O: geeft het type bedrag weer. V = verplichting, U = uitgave, O = ontvangst
  • Bedrag t-2: realisatiestand twee jaar voor het begrotingsjaar
  • Bedrag t-1: geraamde realisatiestand één jaar voor het begrotingsjaar
  • Bedrag t: het geraamde bedrag van het begrotingsjaar (zie kolom jaar)
  • Bedrag t+1: geraamde stand voor het begrotingsjaar + 1
  • Bedrag t+2: geraamde stand voor het begrotingsjaar + 2 etc.

Ontwerpbegroting 2021

http://publications.europa.eu/resource/authority/file-type/CSV http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0/deed.nl

Beschrijving waarden:

  • Begrotingsjaar: het jaar waarin de begroting wordt uitgevoerd.
  • Begrotingsfase: De weergegeven behoren tot een bepaalde “stand” van de begroting. Opgedeeld in vijf fasen: OWB: ontwerpbegroting; SUP1: de eerste suppletoire begroting; SUP2: de tweede suppletoire begroting; JV: jaarverslag
  • Begrotingsnummer: Hier staan de hoofdstuknummers. De begroting heeft 22 hoofdstukken: 12 departementale begrotingen, 5 niet-departementale begrotingen, 5 begrotingsfondsen. De 17 departementale begrotingen zijn genummerd met romeinse cijfers. De begrotingsfondsen hebben een letter.
  • Verantwoordelijk minister: de naam van de minister verantwoordelijk voor de begroting.
  • Aritkelnummer: het nummer van het artikel en/of het detail-nummer
  • Artikelnaam: naam van het begrotingsartikel
  • Artikelonderdeel: naam van het artikelonderdeel
  • Instrument: het financieel instrument (zie: https://rbv.rijksfinancien.nl/begrippenlijst/financiele-instrumenten)
  • Detail: geeft het detail, programma of de regeling weer.
  • % Juridisch verplicht is: hoeveel van de uitgaven van het artikelonderdeel al juridisch verplicht is (en daarmee niet geamendeerd kan worden).
  • Indicatie grote uitv. Dnst op art.: De indicatieregel of er een bepaalde grote dienst is geboekt op een bepaalt artikel, zoals bijvoorbeeld de belastingdienst, douane etc.
  • V/U/O: geeft het type bedrag weer. V = verplichting, U = uitgave, O = ontvangst
  • Bedrag t-2: realisatiestand twee jaar voor het begrotingsjaar
  • Bedrag t-1: geraamde realisatiestand één jaar voor het begrotingsjaar
  • Bedrag t: het geraamde bedrag van het begrotingsjaar (zie kolom jaar)
  • Bedrag t+1: geraamde stand voor het begrotingsjaar + 1
  • Bedrag t+2: geraamde stand voor het begrotingsjaar + 2 etc.

Ontwerpbegroting 2020

http://publications.europa.eu/resource/authority/file-type/CSV http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0/deed.nl

Beschrijving waarden:

  • Begrotingsjaar: het jaar waarin de begroting wordt uitgevoerd.
  • Begrotingsfase: De weergegeven behoren tot een bepaalde “stand” van de begroting. Opgedeeld in vijf fasen: OWB: ontwerpbegroting; SUP1: de eerste suppletoire begroting; SUP2: de tweede suppletoire begroting; JV: jaarverslag
  • Begrotingsnummer: Hier staan de hoofdstuknummers. De begroting heeft 22 hoofdstukken: 12 departementale begrotingen, 5 niet-departementale begrotingen, 5 begrotingsfondsen. De 17 departementale begrotingen zijn genummerd met romeinse cijfers. De begrotingsfondsen hebben een letter.
  • Verantwoordelijk minister: de naam van de minister verantwoordelijk voor de begroting.
  • Aritkelnummer: het nummer van het artikel en/of het detail-nummer
  • Artikelnaam: naam van het begrotingsartikel
  • Artikelonderdeel: naam van het artikelonderdeel
  • Instrument: het financieel instrument (zie: https://rbv.rijksfinancien.nl/begrippenlijst/financiele-instrumenten)
  • Detail: geeft het detail, programma of de regeling weer.
  • % Juridisch verplicht is: hoeveel van de uitgaven van het artikelonderdeel al juridisch verplicht is (en daarmee niet geamendeerd kan worden).
  • Indicatie grote uitv. Dnst op art.: De indicatieregel of er een bepaalde grote dienst is geboekt op een bepaalt artikel, zoals bijvoorbeeld de belastingdienst, douane etc.
  • V/U/O: geeft het type bedrag weer. V = verplichting, U = uitgave, O = ontvangst
  • Bedrag t-2: realisatiestand twee jaar voor het begrotingsjaar
  • Bedrag t-1: geraamde realisatiestand één jaar voor het begrotingsjaar
  • Bedrag t: het geraamde bedrag van het begrotingsjaar (zie kolom jaar)
  • Bedrag t+1: geraamde stand voor het begrotingsjaar + 1
  • Bedrag t+2: geraamde stand voor het begrotingsjaar + 2 etc.