Terug naar overzicht

Impact story: NPRES

Impact-story | Aangemaakt: 09-07-2021 | Aangepast: 04-08-2022

Ten behoeve van de 30 regio's die in Nederland zijn gevormd ten aanzien van het Nationaal Programma Regionale Energie Strategie (NPRES) zijn kaartlagen ontwikkeld. Met deze kaartlagen is in kaart gebracht waaraan deze regio's moeten voldoen en hoe ver zij zijn met de vorming van deze planning.

Kun je jezelf even kort voorstellen? Wie ben je en waar werk je?

Mijn naam is Theo Overduin en ik werk bij het Nationaal Programma Regionale Energie Strategie (NPRES). Ik houd me daar bezig met alle aspecten van data en monitoring. 

Aan welke toepassing heb je gewerkt?

Ik heb gewerkt aan de analysekaarten voor de regionale aanpak van de energiestrategie.
Het resultaat van deze werkzaamheden is een GIS-viewer die vanaf de website www.regionale-energiestrategie.nl voor iedereen toegankelijk is. De viewer toont een groot aantal digitale kaartlagen die allemaal van belang zijn voor het opstellen en uitvoeren van een RES: regionale energie strategie.

'Om deze plannen te kunnen maken is veel data en informatie nodig'.

Voor wie heb je dat gedaan en waarom?

Als NPRES hebben we deze viewer en alle bijbehorende kaartlagen ontwikkeld ten behoeve van de 30 regio’s, die in Nederland zijn gevormd. Deze 30 regio’s hebben gezamenlijk de opgave gekregen om plannen te gaan maken voor de duurzame opwek van elektriciteit (wind-op-land en zon op daken en op velden) en voor de gebouwde omgeving (de warmtetransitie en het aardgasvrij maken van alle woningen en andere gebouwen in ons land). Om deze plannen te kunnen maken is veel data en informatie nodig. Waar gelden restricties? Op grond waarvan? Waar liggen juist mogelijkheden?

Als NPRES hebben we om diverse redenen de analysekaarten opgebouwd en beschikbaar gesteld aan de 30 RES-regio’s:

  1. Voor het maken van de plannen in de regio’s gelden hele korte termijnen. Om de regio’s alvast op weg te helpen hebben wij een groot aantal land dekkende beschikbare kaarten, data en beleidsinformatie op een directe bruikbare manier bijeen gebracht en klaargezet. Dit hebben we gedaan zodat de regio’s hier zo eenvoudig en laagdrempelig mogelijk mee aan de slag konden (naast c.q. in combinatie met specifieke eigen lokale en regionale data, bijvoorbeeld in allerlei ontwerpateliers);
     
  2. Daarnaast vinden wij het als NPRES van groot belang dat er sprake is van eenduidige, vergelijkbare en optelbare data. Hiermee willen we voorkomen dat er tussen regio’s onderling risico bestaat op een ongelijk “speelveld”. Of, omgekeerd gezegd, we wilden juist bevorderen en stimuleren dat er in alle RES-regio’s op basis van dezelfde uitgangspunten wordt gewerkt;
     
  3. Bevorderen van een gelijke informatiepositie voor alle betrokkenen bij het RES-proces door optimale transparantie. Een open en gelijk speelveld draagt absoluut bij aan het broodnodige onderlinge vertrouwen tussen partijen, organisaties, belangengroepen, enz. En het bevordert effectieve en efficiënte samenwerking.

Welk probleem los je daarmee op?

Wat we hiermee verhelpen is dat RES-regio’s veel tijd kwijt zijn (die ze eigenlijk niet hebben) om tot een zo goed mogelijke (ruimtelijke) onderbouwing van hun plannen en hun beleidskeuzes te komen. Ook lossen we hiermee het probleem op dat RES-regio’s zich op allerlei verschillende en onvergelijkbare databronnen gaan baseren met alle gevolgen van dien: spraakverwarring, scheve ogen, wantrouwen, enz. Tenslotte verhelpen we dat er met name door minder direct betrokken partijen wordt gesteld dat het hele RES-verhaal zich in afgesloten achterkamertjes afspeelt en dat er veel te weinig ruimte is voor inbreng, participatie en samenwerking op basis van een open en gelijke informatiepositie.

'Meer onderling vertrouwen en betere samenwerking'.

Wat betekent deze toepassing voor de gebruiker?

Voornamelijk kwaliteitswinst. Zowel inhoudelijk qua onderbouwing van het beleid, als qua proces, d.w.z. de betere betrokkenheid van allerlei partijen en stakeholders. Tijdswinst. Kostenbesparing. Transparantie. Meer onderling vertrouwen en betere samenwerking.

Wat is er veranderd voor je gebruikers sinds ze deze toepassing hebben?

Dit is lastig te zeggen omdat er niet echt een vergelijkbare situatie was voordat NPRES de analysekaarten heeft ontwikkeld en aangeboden. Er waren al wel eerder in een klein aantal regio’s RES-pilots uitgevoerd en één van de conclusies uit deze pilots was al wel dat afstemming, standaardisatie van data en van uitgangspunten heel veel meerwaarde zou kunnen gaan opleveren.

Welke data gebruik je hiervoor?

De meeste data komt van belangrijke bronhouders, zoals het CBS, de RVO en het Kadaster. Daarnaast wordt gebruikgemaakt van data uit specifieke onderzoeken, zoals die o.a. door adviesbureaus zijn uitgevoerd. Voor elke kaartlaag die onderdeel uitmaakt van de analysekaarten, hebben we een uitgebreide verantwoording en bronverwijzing opgesteld en hebben we tips m.b.t. het gebruik vermeld (oftewel: wat kan en mag je wel of vooral niet met deze data doen). In de online viewer kun je automatisch bij elke kaartlaag de bijbehorende verantwoording c.q. meta-informatie direct raadplegen en opvragen.

Elk project kent ook uitdagingen. Waar liep jij tegenaan?

Het op grote schaal gemeenschappelijk gebruiken van dezelfde brondata en alle bijbehorende definities, afspraken en uitgangspunten is in de wereld van de energietransitie nog een vrij nieuwe tak van sport. Het standaardiseren hiervan staat momenteel nog aan het begin en zal ook de komende jaren nog de nodige aandacht vragen. Een positieve ontwikkeling is dat met name ook de beleidsdepartementen die centraal staan in de energietransitie, d.w.z. EZK en tot op zekere hoogte ook BZK, het belang hiervan herkennen, erkennen en ook hun eigen verantwoordelijkheid hierin serieus nemen en invullen met systeem- c.q. stelselverantwoordelijkheid, o.a. via een landelijk programma als Verbetering Informatie Voorziening Energie Transitie (VIVET).

Als je terugkijkt: wat is dan anders gelopen dan je dacht?

Vooral de vraag hoe je eenmaal aangeboden data up-to-date kunt houden en wat je daarvoor moet regelen, is aan de voorkant onderschat. Het borgen van zaken als beheer, onderhoud, borging van kwaliteit is nog steeds een grote opgave en uitdaging.
Daarnaast is en blijft het cruciaal om vraaggericht c.q. vraaggestuurd te werken. Hoe zorg je ervoor dat je op het juiste moment de juiste afstemming en communicatie hebt met de (belangrijkste) gebruikers.

Wat is je persoonlijke band met het onderwerp?

Ik ben er heilig van overtuigd dat een open en kwalitatief hoogwaardige vorm van gemeenschappelijk gegevens, gebruik bijdraagt aan het uiteindelijke resultaat en succes van de maatschappelijke opgaven. Op het vlak van energie en klimaat.

What's next? Wat staat er op de planning op het gebied van data?

Nu alle RES-regio’s hun eerste plannen hebben opgesteld, zal de aandacht de komende jaren geleidelijk aan verschuiven richting uitvoering en richting monitoring.

Wat kan Data.Overheid.nl voor je betekenen? Waar heb je behoefte aan?

Ik vermoed dat data.overheid.nl in de wereld van energie en klimaat momenteel nog niet of nauwelijks een rol van betekenis vervult. Ook bij energie en klimaat zie je de vaak diepe kloof tussen de wereld van de business aan de ene kant en de wereld van data, informatie, ICT en techniek aan de andere kant.

Is er nog iets anders dat je over dit onderwerp kwijt wilt?

Nee.

Als mensen na het lezen behoefte hebben aan meer informatie, waar kunnen ze dan terecht?

Op de website: www.regionale-energietransitie.nl.

Meepraten over de impact van data?

Word gratis lid van onze data communities, binnen 1 minuut heb je een account aangemaakt en praat je mee op: www.datacommunities.nl