Dataset

Regionaal economische jaarcijfers SBI'93

Permanent linkCopied
State Available
Data owner Centraal Bureau voor de Statistiek (Rijk)
Updated 03/14/2024 - 00:00
License CC-BY (4.0)
Thema
  • Space and infrastructure
  • Economy
Publicity level Public
Metadata Download (XML/RDF)

Description

National coverage

Dit is een dataset die landelijk dekkend is. De data heeft betrekking op heel Nederland.

Close

Verslagperiode: 1987 - 2001 Frequentie: stopgezet

Wijziging ten opzichte van de vorige versie: Het voorlopig jaar 2002 is vervalllen als gevolg van de revisie 2001 die in 2005 is uitgevoerd.

Regionale rekeningen in de verschillende jaren Deze publicatie is gebaseerd op de publicaties 'Regionale economische jaarcijfers' (Rej) en de 'Nationale rekeningen, gereviseerde reeksen'. De gegevens die betrekking hebben op de jaren 1987 t/m 1995 zijn gereviseerd (herzien) en zoveel mogelijk vergelijkbaar gemaakt met de reeks van 1996 en later.

Regionale rekeningen in hoofdlijnen Regionale rekeningen geven een op de Nationale rekeningen aansluitende kwantitatieve beschrijving van het economisch proces van regio's binnen een land. Als onderdelen van het economisch proces worden in de Nationale rekeningen productie, inkomensverdeling, bestedingen en financiering onderscheiden. Bij de Regionale rekeningen ligt de nadruk echter op de beschrijving van de productieprocessen in de verscheidene regio's.

Gebruiksmogelijkheden De gebruiksmogelijkheden blijken zeer divers: het relatieve belang van een bedrijfstak voor de regionale economie blijkt uit haar aandeel in de totale toegevoegde waarde in de betreffende regio. Voorts kunnen cijfers in de Regionale rekeningen benut worden voor analyse en prognose. De cijfers geven een gecoördineerde beschrijving van de regionale economie en sluiten naadloos aan op de gegevens van de Nationale rekeningen. De Regionale rekeningen data zijn daarom bij uitstek geschikt voor de vergelijking van de resultaten van de verscheidene regio's. Ook kunnen de data gebruikt worden in modellen die de regionaal economische ontwikkeling voorspellen en de invloed van beleidsvarianten toetsen.

Enkele kanttekeningen bij de gebruiksmogelijkheden Voor de beschrijving van het economisch proces moeten keuzes gemaakt worden. Er moet o.a. gekozen worden tussen een beschrijving met als gezichtspunt de economische actoren of voor een zo correct mogelijke weergave van economische processen. Het eerste wordt een institutionele benadering genoemd, het tweede een functionele. Zo staan bij een institutionele beschrijving van het productieproces de producenten centraal. Deze worden op basis van het zwaartepunt van hun economische activiteit ingedeeld in bedrijfstakken. Producenten die vervoer als hoofdactiviteit hebben worden bijvoorbeeld ingedeeld in de bedrijfstak vervoer, opslag en communicatie. Dit leidt tot goede informatie over de totale productiewaarde van de producenten die tot een bepaalde bedrijfsgroep gerekend worden. Ook sluit dit aan bij de werkelijkheid waarin de producent opereert. Deze benadering betekent dat de productie van eventuele nevenactiviteiten van een producent in de productiewaarde van de betreffende bedrijfstak wordt meegenomen. Dat geldt bijvoorbeeld voor een transportondernemer met als nevenactiviteit detailhandel. Daarom is de institutionele benadering minder geschikt voor de raming van de totale productiewaarde van een bepaalde activiteit. Dit geldt vooral als deze activiteit vaak als nevenactiviteit wordt uitgeoefend door producenten in andere bedrijfstakken. Een functionele benadering biedt dan voordelen. In de Nationale en Regionale rekeningen is echter in overeenstemming met de internationale richtlijnen gekozen voor een institutionele benadering. Ook dient er gekozen te worden of een activiteit al dan niet tot de productie gerekend wordt. Dit geldt bijvoorbeeld voor doe-het- zelf activiteiten en onbetaald huishoudelijk werk. Er is in overeenstemming met de internationale richtlijnen gekozen om deze activiteiten niet tot de productie te rekenen, daar er geen feitelijke marktwaarden tot stand komen. Het opnemen van dergelijke activiteiten in de productie zou leiden tot grote wijzigingen in het regionaal en nationaal product. Daardoor zou de bruikbaarheid als indicator voor de beoordeling van de ontwikkeling van de markteconomie sterk beperkt worden. De diversiteit van de gebruiksmogelijkheden maakt dat de gemaakte keuzes niet voor elke aanwending optimaal uitvallen.

Internationale en regionale vergelijkbaarheid Doordat de Regionale economische jaarcijfers centraal bij het CBS worden samengesteld zijn de resultaten voor de verschillende regio's in Nederland goed vergelijkbaar. Naast regionale vergelijkbaarheid dienen de data van de Regionale rekeningen eveneens internationaal vergelijkbaar te zijn. Het statistisch bureau van de Europese Gemeenschappen (Eurostat) heeft daarom, in overleg met de lidstaten, richtlijnen opgesteld om tot een grotere vergelijkbaarheid van de statistische gegevens van de verscheidene lidstaten te komen.

Welvaart De in de Regionale rekeningen gepresenteerde cijfers vormen slechts één indicator voor de welvaart. In het regionaal product wordt namelijk geen (of onvoldoende) rekening gehouden met diverse zaken die eveneens voor de welvaart van groot belang zijn. Hieronder vallen o.a. de saldi van de primaire en secundaire inkomensstromen naar de regio's. Ook zaken als de hoeveelheid vrije tijd, onbetaalde huishoudelijke arbeid, arbeidssatisfactie en milieu-effecten als geluidsoverlast en vervuiling van water en lucht kunnen hiertoe gerekend worden.

Specifieke regionale concepten Voor de beschrijving van het productieproces wordt in de Nederlandse Nationale rekeningen de bedrijfseenheid als uitgangspunt gekozen. Over de bedrijfseenheid kan een volledige beschrijving van het productieproces worden verkregen. Dit houdt in volledige, gedetailleerde en samenhangende informatie over de voortbrenging van goederen en diensten (productie) en de daarvoor benodigde inzet van grond- en hulpstoffen, halffabrikaten en diensten (verbruik). Daarnaast wordt o.m. hiermee samenhangende informatie verkregen: zoals de bij de productie ingezette werknemers, de betaalde lonen en sociale lasten en de afgedragen indirecte belastingen en ontvangen subsidies. De bedrijfseenheden worden meegeteld voor zover ze een economisch fundament hebben in Nederland. Dit betekent dat vestigingen van buitenlandse bedrijven in Nederland bijdragen tot het Nederlandse binnenlands product. Vestigingen van Nederlandse bedrijven in het buitenland dragen daarentegen bij tot het binnenlands product van het betreffende land (residentieprincipe). De concepten van de Nationale rekeningen kunnen niet zonder meer worden toegepast bij de samenstelling van de Nederlandse Regionale rekeningen. Ten eerste is er de problematiek van de multiregionale bedrijfseenheid. Dit is een bedrijfseenheid die vestigingen in verscheidene regio's omvat. Ten tweede is er de problematiek van de "extraterritoriale" regio. Hier worden bij conventie de bedrijfseenheden ondergebracht, die weliswaar tot het "economisch territorium van Nederland" behoren, maar niet in één van de Nederlandse regio's liggen.

Infoservice: http://www.cbs.nl/infoservice

Copyright (c) Centraal Bureau voor de Statistiek. Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld.

Landing page: https://opendata.cbs.nl/statline/portal.html?_la=nl&_catalog=CBS&tableId=70090NED

Owner

Owner information

Contact point

Publication & catalogues

Reuse

Licence & conditions

Relations

Comparable datasets

Metadata

Version notes

Language settings

Data language

Metadata language

Identifiers

Primary identifier


Webservices

API

JSON CC-BY (4.0)

https://opendata.cbs.nl/ODataApi/OData/70090NED

Toegevoegde waarde en arbeidsvolume Bedrijfsindeling (SBI'93) en regio .

Feed

ATOM CC-BY (4.0)

https://opendata.cbs.nl/ODataFeed/OData/70090NED

Toegevoegde waarde en arbeidsvolume Bedrijfsindeling (SBI'93) en regio .